BORDEAUX
TWEEDE WIJNEN
De uitzonderlijke prijzen van de hoog genoteerde wijnen hebben de kasteeleigenaars er min of meer toe verplicht een kwaliteit te brengen, die aan deze (soms gekke) prijzen beantwoordt. Gevolg daarvan is dat een strengere selectie zich opdrong, wat twee of meer kwaliteiten per oogst binnen hetzelfde château voor gevolg had. De hoge prijzen laten ook een strengere selectie, in mindere goede jaren, toe. Wat de “grote” wijnen weer beter maakt dan de “kleinere kastelen”. Deze laatsten hebben door hun beperkte financiële armslag een minder selectievermogen. Er bestaat geen enkele specifieke reglementering aangaande deze “seconds vins”. Men neemt wel aan dat dezelfde verhouding van wijnstokken gebruikt wordt en dat de wijn in dezelfde “chais” gemaakt wordt. Het idee is niet nieuw, vermits in de 18de eeuwse archieven van Chateau Brane-Cantenac al vermeldingen worden gemaakt over een tweede wijn.
Principeel is een “echte tweede wijn” een mindere selectie van de eerste versie, meestal omdat ze minder geconcentreerd zijn. Deze tweede wijn behoudt wel dezelfde appellatie als de eerste wijn. Deze selectie laat het château toe om een mindere prijs te hanteren voor de tweede wijn. Alhoewel je ook omgekeerd kan reageren en zeggen dat een strengere selectie de prijs voor de eerste wijn aanvaardbaar maakt. Wat er ook van zij, tweede wijnen worden soms heel gegeerd omdat ze van het hoog genoteerde château komen, gemaakt door dezelfde equipe die toch dezelfde visie hanteert over de kwaliteit. Het is aan de consument om te oordelen of deze beantwoorden aan het idee wat men heeft over de wijn van een “groot château”. Of de prijs van deze tweede wijn correct is maar tegelijk of de prijs van de eerste wijn niet overdreven is.
Tweede wijnen kunnen afkomstig zijn van diverse origine:
- gemaakt van de jonge wijnstokken: door het feit dat regelmatig té oude wijnstokken moeten gerooid worden en vervangen worden door nieuwe aanplant, heeft ieder château een percentage van jonge wijnstokken. Vermits het practisch 8 jaar duurt eer deze druiven een goed niveau bereiken, kan de wijn die men maakt van deze jonge druivenstokken onmogelijk gebruikt worden voor de eerste wij
- van druiven, afkomstig van sommige percelen in de wijngaard die een mindere rijping hebben gekend door klimatologische omstandigheden
- wijn van gistingvaten waar de vinificatie minder gunstig verliep en waarvan men oordeelt dat deze wijn niet kan gebruikt worden voor de kwalitatief hoge “eerste” wijn.
Men mag deze tweede wijn niet verwarren met een selectie die het kasteel heeft doorgevoerd en die omwille van de mindere kwaliteit , ze heeft gedegradeerd tot een mindere appellatie. Bijvoorbeeld, een bekende Margauxwijn heeft een strenge selectie gemaakt en verkoopt deze wijn als Médoc of Bordeaux. Ook kan het voorkomen dat een gedeelte van deze “gedeselecteerde” wijn wordt gemengd met wijn afkomstig van een andere wijngaard die behoort tot dezelfde eigenaar en die een andere (Bordeaux)appellatie heeft.
Zoals eerder gesteld ligt het grote verschil tussen eerste en tweede wijn in de concentratie en uiteindelijke finesse. De “eerste” wijn vraagt enkele jaartjes kelderrust opdat hij zich volledig zou kunnen ontplooien en al zijn beloftes zou kunnen waarmaken. Door zijn concentratie is hij daarom in zijn jeugd nog te streng en gereserveerd. Een “tweede” wijn wordt gemaakt met de visie om zich veel vlugger te laten genieten. Alzo is hij soepelder, eleganter en onmiddellijk of tamelijk vroeg al volop te genieten. Dit laat de consument toe om hun geliefde kasteelwijn al te drinken in afwachting van de “grote” wijn. Bij andere “kleinere appellaties” heeft men dan weer een andere werkwijze. Daar kan de wijn boer een selectie maken van zijn beste druiven, de wijn op een andere manier opvoeden en er een “cuvéé prestige” van maken. Alzo probeert hij een wijn te produceren naar het voorbeeld van zijn grotere broer.
Een leerzame degustatie bestaat erin de” tweede” wijn te vergelijken met de eerste wijn van een andere kasteelwijn van dezelfde appellatie en van dezelfde prijsklasse. Dit laat toe om een heel correct beeld te vormen over zowel de kwaliteit van deze wijn als over de gevraagde prijs. Anderzijds vergelijkt men de “tweede” met de “eerste” wijn waarbij men kan oordelen of men het pijsverschil tussen beide wel als verantwoord kan beschouwen. Tijdens onze degustatie hebben we ingespeeld op deze visie. Niet alleen hebben we enkele gerenommeerde “tweede wijnen” onderling met mekaar vergeleken maar bovendien ook enkele van deze “tweede wijnen” met hun “eerste” wijn. En waar het kon ook even met een andere kasteelwijn. Een nooit te vergeten proeverij. Oordeelt u maar zelf.
PESSAC-LEOGNAN La Tour Léognan, tweede wijn Ch. Carbonnieux 2003
-Voorkomen : kersenrood, klein waterrandje, lichtjes doorzichtig
-Geur : vooral tonen van jong, rood gestoofd fruit
-Smaak : vlotte aanzet; elegante en fruitige middensmaak; zeer aangename, lekkere en toegankelijke wijn met een warme en fruitige afdronk (typiciteit 2003)
PESSAC-LEOGNAN Chateau Carbonnieux. Grand Cru classé de Graves 2003
-Voorkomen : veel intenser van kleur; donkerrood met nog iets paarse tint.
-Geur : nog niet volledig ontloken; toch mooie geur van eerder zwart fruit, wat gestoofd en nadien ook iets dierlijke tonen.
-Smaak : volle aanzet gevolgd door een volle midden met heel rijpe fruittonen (eerder zwart), wat zoethout en een tikkeltje leder; nog voelbare edele tanines alsmede wat kruidigheid in de afdronk; nog zeer jong overkomende en beloftevolle wijn.
Deze twee wijnen vormen een schoolvoorbeeld van een eerste en tweede wijn. Daar waar de “eerste wijn” nog zeer jong, beloftevol en intens overkomt, is de” tweede wijn” al aangenaam, soepel en direct genietbaar.
ST.-JULIEN Les Fiefs de Lagrange, tweede wijn Ch. Lagrange 2004
-Voorkomen : zeer intens donkerrood met paarse tint en een mooie spiegel.
-Geur : wat aarzelend beginnend geeft de geur aangename hinten van zwart fruit, zoethout en wat dierlijkheid.
-Smaak : halfvolle aanzet; krachtig, iets vlezige middensmaak die in evolutie mooie fruittonen geeft; wijn met nog wat duidelijke tanine en die duidelijk nog potentieel heeft.
POMEROL L'Hospitalet de Gazin, tweede wijn van Ch. Gazin 2003
-Voorkomen : zoals voorgaande zeer intens, ondoorzichtig en een donkerrode kleur met paarse tint.
-Geur : zeer aangename en complexe aroma’s van zwart en rood fruit; in evolutie nog meer aromatisch.
-Smaak : aangename aanzet; mooie, fruitige midden waarin de geurimpressies ook in de mond zijn waar te nemen; bovendien iets geroosterde impressie; zeer harmonisch opgebouwd met nog edele tanine en eindingend met een lange en krachtige afdronk; heel aangename wijn met bovendien nog veel potentieel. Zoals een proever het mooi wist te omschrijven: “een man met fluwelen broek”.
ST.-ESTEPHE La Dame de Montrose, tweede wijn van Ch. Montrose 2004
-Voorkomen : ondoorzichtig voorkomen; intens donkerrode, naar het zwart neigende kleur.
-Geur : complex met aangename hinten van zwart fruit, leder, wat vanille en dierlijkheid
-Smaak : volle aanzet; ietwat gebrande, vollle middensmaak; zéér rijke, vlezige en evenwichtige wijn met vooral rijpe, zwarte fruitimpressies; eindigt met een zeer aangename, lange en fruitige afdronk; prachtige “knabbelwijn” die nog veel beloftes inhoudt.
Deze “tweede wijnen” van 2004 kwamen, alhoewel alle met een alomgekende goede reputatie, toch zeer verrassend over. Zowel qua finesse als rijkheid wisten ze iedereen te bekoren en te overtuigen van hun klasse en dit van een jaar waar er toch veel twijfels over zijn. Mogelijks werden er voor de productie van deze tweede wijnen strenge selectie doorgevoerd.
ST.-ESTEPHE Château Montrose. 2ième grand cru classé de Médoc 2001
-Voorkomen : zeer intens donkerrood, ondoorzichtig en een prachtige viscositeit.
-Geur : subliem en versmolten geurcomponenten van rijp, rood en zwart fruit, wat sous-bois alsmede een tikkeltje gebrand overkomend.
-Smaak : de volle aanzet wordt gevolgd door een explossieve smaak; sappig, verweven en met enorme nuances; fruitig en wat gebrand, zachte nobele tanines en een zéér lange afdronk; subliem, al zeer genietbaar en met nog een lange toekomst voor zich. Laat zien, dat ondanks een prachtige tweede wijn, er duidelijk nog een klasseverschil is.
PAUILLAC Grand Puy Ducasse, 5ième grand cru classé de Médoc 2000
-Voorkomen : zeer intens, ondoorzichtig, nog iets paars in de rand en een heel mooie spiegel.
-Geur : héél mooie en complexe neus met hinten van zwart fruit, wat eik en iets geroosterd.
-Smaak : zachte aanzet; de middensmaak is vol, heel krachtig openbloeiend, met massa’s rijp zwart fruit, wat kruidigheid en geruggesteund door een fijne aciditeit; prachtige wijn, mooi versmolten en met nog mooie jaartjes voor zich.
Na de sublieme Montrose vreesden we voor deze Grand Puy Ducasse. Weliswaar wat minder finesse hebbende, houdt hij zich echter staande en weet iedereen volop te bekoren. Mooi.
PAUILLAC Carruades de Lafitte, tweede wijn van Ch. Lafite Rothschild 2000
-Voorkomen : nog mooi intens, zeer donkerrode kleur met wat rode rand.
-Geur : wat opvalt is zijn fris aroma (wat eucalyptisch zowaar); verweven en complexe geur met frisse fruittonen.
-Smaak : zeer fijne aanzet; fijne middensmaak die volledig versmolten is en vooral gekenmerkt door fijne fruitimpressies; komt toch nog krachtig en zeer fris over; lijkt ons een wijn te zijn die op zijn top is.
PAUILLAC Chateau Lafite-Rothschild, Premier grand cru classé de Médoc 2001
-Voorkomen :zeer intens en ondoorzichtig voorkomen; donkerrode kleur, eerder naar het zwarte toe en die geen enkel evolutie vertoont.
-Geur : complexe en versmolten aromatische rijkdom.
-Smaak : het kenmerk van de allergrootsten: zodanig versmolten en fijnbesnaard dat een volledige beschrijving quasi onmogelijk wordt. Niet omdat het Lafite Rothschildt is, maar dit is een héle grote wijn. Wij onthouden vooral zijn op en top verfijnde smaak, zijn gevarieerdheid in smaakimpressies en een zijdeachtige tanine. Deze Lafite eindigt met een zalige afdronk om van weg te dromen en heeft bovendien nog heel wat jaartjes in petto.